Zodra een geleverd product of dienst niet is betaald maar wel is gefactureerd, dan noemen we dit een vordering of een openstaande factuur. Zolang die nog openstaat, dan kun je het openstaande of verschuldigde bedrag bij de debiteur vorderen.

Als een factuur onbetaald is gebleven nadat de betalingstermijn van de factuur is verstreken, dan kun je je vordering innen door middel van een incassotraject met als doel openstaande facturen betaald te krijgen. Soms heeft het geen zin om een incassoprocedure op te tuigen want dit kost veel tijd en geld.

Dan kan een kwijtschelding van de vordering veel handiger zijn. Onder kwijtschelding wordt verstaan dat je een vordering vrijwillig opgeeft. Vaak gebeurt dit op het moment dat de debiteur niet in staat is om de vordering te betalen. De Belastingdienst kijkt streng naar de kwijtschelding van een vordering.

Op het moment dat dit niet op de goede gronden is gedaan, dan wordt de kwijtschelding bij de debiteur aangemerkt als winst (of privéschenking of kapitaalstorting). De zakelijke motieven zijn dan ook belangrijk voor het fiscaal goed regelen van de kwijtschelding van een vordering.

Op het moment dat een vordering wordt kwijtgescholden, zal de debiteur een voordeel genieten. De debiteur heeft namelijk goederen of diensten geleverd gekregen waarvoor hij niet heeft hoeven betalen. Daarom is de winst hoger dan die eigenlijk zou moeten zijn.

Doordat de debiteur dus een hogere winst maakt, is de kwijtgescholden vordering dus in feite belastbare winst. De Belastingdienst vindt echter ook dat als een ondernemer in de financiële problemen zit, het wel erg vervelend is dat een kwijtgescholden vordering dan als onderdeel van de winst zou moeten worden belast.

Daarom is de kwijtscheldingswinstvrijstelling in het leven geroepen. Onder deze maatregel valt een kwijtgescholden vordering niet onder de winst, op voorwaarde dat de schuldeiser de vordering op de debiteur opgeeft op het moment dat die vordering niet meer voor verwezenlijking (niet meer inbaar) vatbaar is.

Op geleverde goederen en diensten kan op de factuur belasting over de toegevoegde waarde (btw) worden toegepast. Op het moment dat een vordering onder de fiscale regeling van de kwijtschelding valt, dan heeft de leverancier recht op teruggaaf van de btw en zal de debiteur de ten onrechte afgetrokken btw weer moeten voldoen aan de Belastingdienst.

Op het moment dat een vordering bestaat met een debiteur en je wilt kwijtschelding toepassen, dan is het raadzaam om dit vast te leggen in een overeenkomst kwijtschelding vordering.

Doordat je de afspraak op papier zet, doe je als schuldeiser afstand van de vordering. Er kan dan op een later moment geen discussie meer komen over de vordering. Die is namelijk kwijtgescholden op het moment dat de overeenkomst is getekend.

Het is belangrijk ervoor te zorgen dat de kwijtschelding onder de fiscale regels valt zodat dit niet kan worden aangezien als verkapte winst bij de debiteur en dat je de btw van die vordering kunt terugvragen.

De vordering moet dan door de schuldeiser worden opgegeven en kan dus in de toekomst nooit meer worden geïncasseerd (of getracht te innen) en de vordering moet realistisch ook niet meer inbaar zijn door de financiële situatie van de debiteur. Vervolgens gaan schuldeiser en debiteur een overeenkomst tot kwijtschelding van de vordering aan.

Hierbij worden de gegevens van de schuldeiser en de debiteur opgenomen en de vordering is het onderwerp van de overeenkomst. Van die vordering (dit is vaak de factuur) worden de details opgenomen.

In de overeenkomst wordt vermeld dat het incasseren van de vordering onmogelijk is en dat verdere maatregelen tot invordering niet tot succes zullen leiden. De schuldeiser doet definitief afstand van de vordering. Om te zorgen dat schuldeiser en debiteur hier later geen fiscale problemen mee krijgen, is het aan te raden deze overeenkomst op te laten stellen door juristen.

Het mondeling aangaan van een overeenkomst is juridisch gezien wel mogelijk maar praktisch heb je niets om op terug te vallen. Ongeacht of jij schuldeiser of schuldenaar bent, het is altijd verstandig om bij een kwijtschelding dit schriftelijk overeen te komen.

Dit voorkomt problemen achteraf waarbij de schuldenaar, in mindere economische tijden, wellicht alsnog probeert om de vordering te innen als het de schuldenaar weer wat beter gaat.

Bij kwijtschelding is het zo dat als je als schuldeiser een vordering op een debiteur laat vallen, en dat je hier in de toekomst ook geen aanspraak meer op zal doen. Raadpleeg een deskundig jurist voor het opstellen en controleren van je overeenkomst van kwijtschelding!