Ouderschapsverlof is het verlof dat je na een goedgekeurde aanvraag krijgt voor de zorg van je kind dat jonger is dan 8 jaar oud wordt. Deze aanvraag voor ouderschapsverlof vraagt de werknemer bij jou als werkgever aan. In beginsel mag je een verzoek tot ouderschapsverlof niet weigeren. Dit is alleen toegestaan in geval dat dit zou leiden tot ernstige gevolgen voor jouw onderneming.

De wet bepaalt dat je werknemer recht heeft op drie dagen kraamverlof als de baby is geboren vanaf het moment dat de werknemer is bevallen. Vervolgens heeft de werknemer het recht om daarna drie dagen ouderschapsverlof op te nemen. Deze twee verloven kan de werkgever niet weigeren en het ouderschapsverlof kan de werknemer opnemen in de eerste vier weken nadat de baby is geboren. Deze verlofdagen zijn onbetaald, tenzij er in de Collectieve ArbeidsOvereenkomst andere afspraken over zijn gemaakt of werknemer en werkgever hebben daar zelf verder afspraken over gemaakt. Over onbetaalde verlofdagen worden  geen vakantiedagen of vakantiegeld over opgebouwd. Indien de werknemer van baan verandert en in jouw organisatie komen te werken, dan heeft hij nog steeds het recht om zijn ouderschapsverlof op te nemen binnen de vier weken na de geboorte van de baby. Je kunt hiervoor een verklaring van de oude werkgever opvragen. De oude werkgever is verplicht om deze te geven.

Het recht op ouderschapsverlof wordt vastgesteld aan de hand van het aantal uren dat is opgenomen in de arbeidsovereenkomst van je werknemer . Dit is 26 keer het aantal uren dat je werknemer per week werkt. Als je werknemer dus 18 uur per week werkt, dan is het ouderschapsverlof 26 keer 18 uur. Het kraamverlof gaat af van je tegoed aan ouderschapsverlof en vervolgens kan de werknemer zijn ouderschapsverlof verder inplannen.

De wet geeft duidelijke regels met betrekking tot het toekennen van ouderschapsverlof. Je mag als werkgever de aanvraag voor ouderschapsverlof van je werknemer niet weigeren. De aanvraag wordt schriftelijk, twee maanden voor de geplande bevalling, door de werknemer ingediend.

Het is raadzaam om met je werknemer te overleggen wanneer hij of zij het ouderschapsverlof wenst op te nemen. Mocht je aanvoelen dat hier problemen uit komen, dan is het zeer raadzaam om tijdig met een arbeidsjurist te overleggen.

Het schriftelijk toekennen of afwijzen van het ouderschapsverlof  zorgt ervoor dat de afspraken worden bevestigd. Er is dan duidelijk voor beide partijen op welke manier en wanneer de werknemer zijn ouderschapsverlof kan inzetten of de redenen van de afwijzing van het ouderschapsverlof.

Je werknemer heeft twee maanden voor zijn geplande ouderschapsverlof schriftelijk aangevraagd. Vervolgens zal je daar als werkgever op moeten reageren. Je hebt dus ruimschoots de tijd om de situatie in te schatten en om passende maatregelen te nemen zodat je onderneming gewoon kan verder functioneren tijdens het ouderschapsverlof van je werknemer. Zoals eerder al aangegeven staat het de werknemer vrij om zelf te bepalen wanneer en op welke wijze hij invulling wilt geven aan zijn ouderschapsverlof. Door middel van een schriftelijke reactie geef je aan of je zijn verzoek tot het opnemen van ouderschapsverlof wel of niet kunt toekennen. Als je ermee akkoord gaat, dan bevestig je de afspraken aan je werknemer. Het is goed voor te stellen dat je in overleg met je werknemer treedt en hem vraagt of een aangepaste opname van ouderschapsverlof ook mogelijk is. Het is dan aan de werknemer om dat te accepteren of niet te accepteren. Op het moment dat je er met je werknemer uit bent gekomen, stel je de afspraken vast op papier en bevestig je dit schriftelijk aan hem.

Op het moment dat je ziet of voelt aankomen dat je er met je werknemer niet uitkomt én zijn afwezigheid brengt grote schade toe aan je onderneming, dan kun je het beste een arbeidsjurist consulteren. Samen met de jurist kun je dan laten beoordelen of de schade ernstig genoeg is om het verzoek tot opname van ouderschapsverlof af te wijzen. Realiseer je wel dat je daarna alsnog in overleg zult moeten gaan met je werknemer om een andere afspraak te maken over de opname van het ouderschapsverlof. Je zal als werkgever minimaal vier maanden voor de geplande datum van het ouderschapsverlof van je werknemer moeten reageren.

De kantonrechter heeft een uitspraak gedaan waarbij duidelijkheid geschept over het zwaarwegend bedrijfsbelang bij het afwijzen van ouderschapsverlof. Als een werknemer een aanvraag voor ouderschapsverlof zou doen en één of twee dagen per week ouderschapsverlof wilt opnemen, dan zijn de volgende bedrijfsbelangen redenen om een aanvraag ouderschapsverlof af te wijzen:

• vervanging kost te veel geld
• projecten komen stil te liggen
• geen goede vervanging op de dagen dat het ouderschapsverlof is aangevraagd
• afspraak met de ondernemingsraad over een minimum werkweek

Als werkgever sta je niet erg sterk als je een verzoek tot opname van ouderschapsverlof wilt afwijzen. Het is raadzaam om in gesprek te gaan met je werknemer en er onderling  proberen uit te komen. Mochten jullie er niet uitkomen, raadpleeg dan  een arbeidsjurist om de situatie te beoordelen.

Een werkgever moet in principe altijd medewerking verlenen als een werknemer ouderschapsverlof aanvraagt tenzij er een zwaarwegend bedrijfsbelang is. De aanvraag wordt door de werknemer ruim voor het geplande verlof aangevraagd. Je gedraagt je al een goed werknemer als je dat verzoek op tijd beantwoordt. Stel samen met een jurist de brief met toekenning of afwijzing ouderschapsverlof omdat je als werkgever in principe ouderschapsverlof niet kunt weigeren.